Zonnepanelen op het dak zorgen voor het opwekken van elektriciteit. Maar hoe zorg je ervoor dat die elektriciteit beschikbaar komt op het netwerk? Hiervoor zul je in de meeste gevallen de meterkast moeten aanpassen. Alleen bij een geringe capaciteit van de geplaatste panelen kun je de bestaande groepenkast gebruiken. Hoe je precies te werk moet gaan, lees je hieronder.
Het type aansluiting
Een standaard elektriciteitsaansluiting is doorgaans een 1-fase-aansluiting. Bekijk de tekst op de elektriciteitsmeter om vast te stellen welk type aansluiting je hebt. Indien er 220/230v staat, betreft het een 1-fase-aansluiting. Wanneer het een 3-fase-aansluiting is, staat daar namelijk ofwel 3 x 220/230v ofwel 380/400v. Het vermogen dat je met zonnepanelen kunt realiseren, wordt uitgedrukt in wattpiek (Wp) en betreft het maximale aantal kWh dat je op jaarbasis met zo’n zonnepaneel kunt opwekken. Je telt het aantal Wp van de zonnepanelen bij elkaar op om het totaal vast te stellen. Gaat het om meer dan 5750 Wp, dan moet je er rekening mee houden dat de groepenkast verzwaard moet worden. De componenten zijn dan namelijk niet zwaar genoeg om de gewenste capaciteit aan te kunnen. Je zult in dat geval contact moeten opnemen met je energieleverancier, zodat je van een 1-fase-aanslutiing naar een 3-fase-aansluiting kunt worden omgezet.
Aparte groep
De omvormer van de zonnepanelen plaats je op een aparte groep van de meterkast. Bovendien is het verstandig om er een aardlekschakelaar tussen te zetten, zodat de installatie beveiligd is tegen oververhitting of lekstroom. Hiermee voorkom je dat kabels kunnen smelten of dat er een kans bestaat op elektrocutie. Laat de installatie altijd aanleggen door een expert op het gebied van elektriciteit of keuren door iemand met verstand van zaken. Een aardlekschakelaar is niet bij elk type omvormer noodzakelijk, maar het plaatsen ervan kan zeker geen kwaad en biedt altijd een extra veiligheid in de totale installatie.
Hoeveel zonnepalen heb je nodig
Wanneer je weet hoeveel kWh aan elektriciteit je ongeveer verbruikt, kun je berekenen hoeveel panelen je nodig hebt om dat verbruik te compenseren. Gemiddeld ligt het vermogen van een zonnepaneel tussen de 350 en 500 Wp. Vermenigvuldig dit met 0,85 om te berekenen hoeveel kWh zo’n paneel oplevert. Als je uitgaat van een gemiddelde van 420 Wp is dat dus 357 kWh en zou je dus tien panelen nodig hebben om een verbruik van 3500 kWh te kunnen compenseren.
